maandag 31 december 2012

Herstel

Piet Nieuwland wees me op een fout in mijn eerste stukje, ik laat Lambertus Vlaskamp in 1954 sterven, maar dan was hij 147 jaar oud geworden, dat moet natuurlijk zijn 1854.
Deze Lambertus was de kleinzoon van Lambartus, die uit Varsseveld vertrok.

Lambertus, geboren in 1807, had een boomkwekerij in Rinsumageest bij Dokkum en hij was aanlegger van tuinen. Hij werkte samen met tuinontwerper Lucas Roodbaard. Toen Roodbaard ouder werd, nam Lambertus het ontwerpen van tuinen van hem over. Roodbaard maakte de eerste tekeningen voor het park bij Fogelsanghstate in Veenklooster, Lambertus de latere.
Helaas raakte Lambertus aan lager wal, hij werd failliet verklaard. Het gezin verhuisde naar Helpman in Groningen. Toen Lucas Roodbaard in 1851 overleed, verschenen de volgende advertenties in de Noordelijke kranten.

Door het overlijden van den Heer Roodbaard , neemt L. Vlaskamp, Architect, thans woonachtig in Helpman , bij Groningen, de vrijheid zich te recommanderen tot het AANLEGGEN van BUITENPLAATSEN en TUINEN, alsmede tot het maken van PLANNEN of TEEKENINGEN. Kan bewijzen van bekwaamheid leveren en belooft een goede bediening.

De connecties met Roodbaard waren kennelijk goed gebleven toen het slechter ging met Lambertus, gezien de volgende advertentie:

KRUIWAGENS
Dezelfde, zal tevens verkoopen: ongeveer 50 KRUIWAGENS (pijpegaaltjes) met ijperen en eschen armen soo mede swaar beslag, behoord hebbende aan nu wijlen den heer L.P. Roodbaard.

Het mocht allemaal niet baten, het ging steeds slechter met Lambertus. De familie verhuisde naar het Kattendiep en in 1854 ging het helemaal mis, hij kwam als landloper in Veenhuizen terecht en is daar al na drie maanden op 47 jarige leeftijd overleden.
Tijdens een cholera-epidemie stierven dat jaar 444 mensen in Veenhuizen. Zijn vrouw Antje was vlak voor de opname van Lambertus in Veenhuizen verhuisd naar Hurdegaryp. Ze bleef achter met acht kinderen. De oudste zoon Gerrit (1834-1906) was twintig toen zijn vader stierf . Gerrit werkte vermoedelijk al bij zijn vader, want hij hij pakte de draad op en werd ook aanlegger van tuinen.

Gronings groen van toen

Gister in Groningen een alleraardigst boekje gekocht: 'Gronings groen van toen' geschreven door diverse auteurs, uitgegeven door 'Gras Uitgevers'.

Maar de Groningers geloven nog steeds niet, dat park Groenestein een ontwerp is van
De boeken van Bosgra beginnen in 1861, dus de periode 1850 tot 1861 moeten we in archieven achterhalen, soms lukt dat zoals met de tuin van Hommes, de tekening lag in het Groninger archief.

Het gaat over het oude groen in de stad Groningen. Lambertus Vlaskamp, de vader van Gerrit, wordt keurig genoemd als de ontwerper van de zgn. ' Tuin van Hommes'.

Het gaat om een tuin bij het huis aan de Nieuweweg 12 in Groningen. Tot 1850 was jonkheer mr. Oncko van Swinderen  ( 1775-1850) de eigenaar. Na zijn dood betrokken een zoon en een schoondochter het huis: Wicher Meynart de Marees van Swinderen en Johanna Margaretha van Swinderen. Aangezien Lambertus van 1849 tot 1854 in Groningen gewerkt heeft, is het meest logische dat het jonge echtpaar een tuin liet aanleggen toen ze het huis betrokken.

Gerrit Vlaskamp. Er wordt weer gesproken over hovenier/architect Gerrit Vlaskamp, die de beplanting heeft geleverd. Gerrit had geen hoveniersbedrijf, hij ontwierp tuinen, bestelde de bomen en struiken bij boomkwekerij Bosgra en begeleidde de uitvoering. Zijn opdrachtgever voor park Groenestein was jonkheer Quintus. Hij heeft ook voor commissaris van de koningin  Van Panhuys  en voor andere hooggeplaatste personen en rijke boeren in Groningen de tuinen ontworpen. Zelfs toen de gemeente Uithuizen het kerkhof opnieuw wilde aanleggen liet met Vlaskamp komen, want: Dan wist men dat het goed kwam.

Tineke Scholtens, mijn helaas dit jaar overleden stut en toeverlaat wat de Groningse tuinen betreft, vermoedde zelfs dat de Boumanshof, in 1850 De hof van Iddiken genoemd, ook een Vlaskamptuin was, maar zolang dat niet blijkt uit archiefstukken blijft het een vermoeden.

vrijdag 28 december 2012

Een treurige dag

De tuinen van Gerrit Vlaskamp zijn nu zo'n 120 tot 160 jaar oud, dat betekent dat er veel verdwenen is. De meeste struiken zijn er niet meer, maar gelukkig rest er nog een groot aantal bomen.
Vooral de rode beuk valt op in het noordelijke landschap, Vlaskamp plantte bijna altijd zo'n majestueuze boom. Het is daarom heel verdrietig dat vorige week de rode beuk in de Vlaskamptuin bij de voormalige dokterswoning in Stiens gekapt moest worden.



De boom was ziek. Tijdens het kappen van de boom was ik heel bang, dat dat niet het geval zou zijn, maar gelukkig was de binnenkant helemaal aangetast door zwammen en schimmels.
Ik heb al een paar keer bij een gekapte boom gestaan met een volkomen gave stronk, waardoor ik ernstige twijfels had omtrent de noodzaak van de kap, maar hier was het inderdaad volkomen terecht.

 
Ook de prachtige kastanjeboom onderging hetzelfde lot.
Gelukkig is de vleugelnoot, die ooit omgevallen is, maar daarna weer doorgegroeid, nog gezond. Dit kun je met recht een monument noemen.


woensdag 26 december 2012

Een bijzondere vondst

Een paar jaar geleden is mijn leven volkomen veranderd. Nadat ik 7 jaar voor de klas had gestaan en 35 jaar bij Omrop Fryslân had gewerkt, was ik een gepensioneerde dame, die haar tijd door wilde brengen met 'leuke dingen', wat dat dat ook mogen zijn.

Wij wonen op een voormalige kwekerij van de familie van mijn man Ids. Wij wisten dat zijn oud oom Gerrit Vlaskamp drie parken had aangelegd, de Wilhelminaparken in Sneek en Grou en het Westerpark, in de volksmond het Vosseparkje in Leeuwarden. Toen kreeg ik een gouden tip van professor Philippus Breuker, hij vertelde me dat de administratie van boomkwekerij Bosgra in Burgum bewaard is gebleven.
In de boeken van Bosgra vonden we 350 tuinen, die Gerrit Vlaskamp in Friesland en Groningen heeft aangelegd. Een bijzondere vondst, te veel om dat in mijn eentje te onderzoeken, daarom heb ik contact gezocht met diverse instanties: Het Fries Museum, de universiteit van Groningen, uitgeverij Afûk en programmamaker Sietske Visser van AV-Unlimited. Landschapsbeheer Friesland heeft mij benaderd om de tuinen die er nog zijn te inventariseren. Het is vijf voor twaalf, want dit alles speelt in de tweede helft van de 19de eeuw. Al met al is het een project, dat moet uitlopen in een expositie in het Fries Museum in 2014.